Mijn ogen
zijn aan de rivier gekluisterd.
Ik snap het niet. Nooit gesnapt, en zal het nooit snappen ook. Mensen die op een van de meest unieke, adembenemende plekken op aarde zijn, en de moeite niet nemen om naar buiten te kijken. Die in hun hangmat liggen en slapen. De hele dag. Of lezen. Hoe vaak vaar jij dan de Amazone* over?
Mijn ogen
zijn aan de rivier gekluisterd. Ik heb FOMO. Ik heb
altijd FOMO, maar nu nog extra. Stel je voor dat ik net even ben gaan douchen
(met amazonewater) op het moment dat een anaconda besluit naast onze boot te
gaan zwemmen. Of dat een aapje aan boord springt en paniek
zaait? Een toekan overvliegt?
Daarom
zijn mijn ogen aan de rivier gekluisterd (zelfs nu, terwijl ik dit schrijf, zit
ik op de boeg, en scannen iedere zin mijn ogen de omgeving even af). En niet
zonder resultaat.
Om 6u30
tringt drie keer een schelle bel. Ontbijt-tijd. Ik heb slecht geslapen. Een
hangmat is fijn voor dutjes maar geen langetermijnoptie voor mensen met
rugproblemen. Ik word uit mijn onrustige slaap gewekt en heb nog niet meteen
honger. Het heeft de hele nacht gestortregend, de plastieken zeilen hangen neer
dus ik kan niet zien waar we zijn. Lagunas, zo blijkt als ik naar buiten loop.
Een interessant dorp, want de hoofdstraat mondt uit in de rivier. Letterlijk.
Plassen naar het einde van de weg toe worden steeds groter en dieper, tot je
plots in de rivier staat. Mensen in Lagunas hebben kano's zoals wij fietsen
hebben. Iemand peddelt weg tussen de bomen, ik vraag me af of dat ook een
straat is.
Of ik de dolfijn gezien heb? Vraagt de knappe Braziliaanse man die naast me staat. WAAAAAAAAAT?? Mijn ogen schieten terug naar het wateroppervlak en scannen elke rimpel, elke golf. Ze hebben zoveel training gekregen in Galapagos, die ogen, dat ik niet kan missen. Ik zie een rug en een vin. Precies wat ik gisteren ook al zag in Yurimaguas. Toen dacht ik dat ik misschien de dingen rooskleuriger voorstelde dan ze waren. Een vis misschien. Maar vandaag, o schitterdeschitter, wordt mijn vermoeden bevestigd. En dan, vlak voor mijn neus, springt de dolfijn uit het water. Zoals dolfijnen dat plegen te doen. Dolfijnsgewijs. Een kleine "goeiemorgen" van de wereld aan Lies. En eens te meer voel ik mij een van de gelukkigen van deze aarde. Mijn slechte nachtrust is meteen vergeten en vergeven.
Als we weer
vertrekken uit Lagunas varen we de brede, bruine rivier op en het grote, groene
woud in. Veel valt er natuurlijk niet te zien, daarvoor zijn we te ver van de wal af. Desalniettemin blijf ik koppig de oevers afspeuren. Het water, voor
die ene anaconda. De boomtoppen, voor dat aapje. Wat ik te zien krijg zijn
vooral vogels. Van de laagvliegers krijgen we voornamelijk de
schitterende, schetterende kleuren te zien. Van de hoogvliegers voornamelijk de
boeiende silhouetten. Grote snavels. Vreemde staarten. Bijzondere spanwijdtes.
Ik ruik de
regen en het woud. Ik hoor de rivier. Ik voel de vochtige wind vol verhalen op
mijn huid.
Opeens zie ik een kano met een blauw zeil erover gespannen aan de oever liggen. Als een schuilplaats voor een eenzame visser in de regen. Achter het bootje doemt een hutje op. Ik zoom in met mijn superzoomlens, en zie in alle vluchtigheid een bruin-blauw vlekje. Een kindje!, denk ik. Een bruin kindje met een blauw broekje. Ogenblikkelijk begin ik mij af te vragen wie dat kindje is. Welke taal spreekt het? Gaat het naar school? Is het ooit al naar de stad geweest? Slaapt het elke nacht in een hangmat? Liefst van al spring ik nu de rivier in om het te gaan vragen, maar piranhas en de taalbarrière houden me tegen.
Even later
zien we verschillende kano's de rivier overpeddelen. Ze negeren onze boot
straal. Waar peddelen ze heen? Vraag ik me af.
Hutjes
doemen her en der op, kleine beekjes verdwijnen achter de muur van groen die
ons scheidt van die wereld. Die wereld! Ik wil er alles over weten. Er is een
dorpje, op palen natuurlijk, en er zijn witte kraanvogels en temidden van dat
alles, wij. Ik. Ik ben een van de gelukkigen van deze wereld. Een van The Lucky Few. Ik besef het te weinig. Maar vandaag, wel.
* Eigenlijk is enkel het laatste stukje van de reis op de Amazone. Sterker nog, ik ben te vroeg aan wal gegaan om te kunnen zeggen dat ik op de Amazone gevaren heb. Niet de Amazone was het, maar een al even indrukwekkende zij-rivier, de Marañon. Vandaag heb ik wel koffie gedronken op de oevers van de Amazone. Telt dat ook?
** Enkele uren na het schrijven van dit stukje wemelde het water plots van dolfijnen. 15, 20. Buitelend en springend. Een feestje voor het oog. Hoera!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten