Ñaño is, eigenlijk, een woord dat niet bestaat. Afgezien van het feit natuurlijk dat het nu dus wél bestaat. Het is een verspaansd woord dat afgeleid is van het – geheel legitiem bestaande – kichwa woord ‘ñaña’ wat ‘zus’ betekent. Maar alleen als je een meisje bent. Ben je een jongen, dan kan je nooit een ‘ñaña’ hebben. Dan heb je namelijk een ‘pani’. Jaja, antropologie van de kinship, het is me wat. Soit, het woord ‘ñaña’ is dus gewoon overgenomen door niet kichwa-sprekende andesbewoners, en op z’n spaans naar een mannelijke variant omgezet: -a wordt –o. En dan krijg je dus een ñaño (voor hen die het interesseert, moest mijn zus een jongen zijn zou zij/hij mijn ‘turi’ zijn, waren we beiden mannelijk dan waren we elkaars ‘wawki’ geweest. ’t Is maar dat u het weet.)
Dit alles als geheel niet ter zake doende introductie tot een nogal grootse ontdekking: ik heb een broertje! Uiteraard geen vlees-en-bloed-zelfde-achternaam broertje, maar eentje dat opeens al mijn grote-zus-instincten de kop deed opsteken. Mag ik u voorstellen aan mijn ñañito: Alejo.
Alejo, die ik leerde kennen als salsaleraar nummer zóveel, gaf mij zijn gezelschap toen ik het het meeste nodig had; vulde een gat waar ik moeite mee had; was er voor mij zonder vragen of moeilijk doen. Tijdens onze eerste salsales samen was hij gewoon mijn leraar, maar toen hij later die dag mijn eenzaamheid opving en we aan de praat raakten werd ik al snel verslingerd aan hem. 1 daiquiri later was ik bereid om iedereen die die hem wat aan zou doen persoonlijk te verscheuren. En nog een half uur later zei ik heel spontaan en zonder moeite dat ik hem graag zie – ‘je bent als mijn kleine broertje’. En zo was het maar net.
Mijn ñaño is 20, leeuw, ontzettend verliefd, en een prachtmens. Alejo is een persoon van vele tegenstellingen. Hij is een ‘emo’ (google dat als u niet weet wat het is) maar ook een salsero ten top, een nogal aparte combi. Daarbij is hij ook nog vocalist in een death-metal band, jaja, en om de surreële puzzel compleet te maken, een gracieuze homo. (Alejo’s liefje is zijn evenbeeld – zelfde lichaamsbouw, zelfde kapsel, zelfde kledingstijl, zelfde piercings, zelfde tattoo’s. Alleen heeft Liefje wit haar, en Alejo zwart. Schattig! Alejo’s moeder denkt dat hij in een fase zit, dat hij op een dag het licht zal zien en thuis zal komen met een lief, mooi meisje. Oeps. Liefje is zo goed als onterfd en verstoten door zijn familie. Auw...)
Alejo is geen weirdo, hij draagt zijn gehele, interessante persoonlijkheid met een gratie om U tegen te zeggen. Hij heeft, een zeldzaamheid dezer dagen, Integriteit. En neen, we zijn geen beste vrienden; we bellen elkaar amper; zien elkaar zelden – maar er is een stilzwijgend vertrouwen in elkaar dat meer dan goud waard is. Verwantschap, heet dat.
Wie had dat ooit gedacht, een broertje krijgen op je dertigste?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten