Op Galapagos is een mens voortdurend nat. Niet een beetje nat, neen, niet soms nat, maar voortdurend, klets, nat.
Daar zijn verschillende redenen voor.
De eerste is, vermoed ik, ook de meest voor de hand liggende. Galapagos is namelijk, behalve een handvol relatief kleine eilandjes, ook heel veel oceaan. Glasheldere, azuurblauwe, eindeloze oceaan. Oceaan die erom smeekt ontdekt te worden. Oceaan die wemelt van wonderlijk leven. Oceaan van haaien, van mantas, van vissen en pinguins. Oceaan waar wij slechts bezoekers zijn, bezoekers die vergeten te ademen onder zoveel schoonheid. Wie van zwemmen houdt zal niet uit het water weg te slaan zijn daar. Wie niet van zwemmen houdt zal zich bekeren. Galapagos is water, water is leven en het leven is mooi.
De tweede reden voor al die nattigheid is minder aangenaam. Ben je lang genoeg uit het water geweest om min of meer op te drogen, dan slaat de hitte toe. Zware, tropische hitte. Haren plakken tegen hoofden, kleren tegen lijven. Poriën draaien overuren. De dagen zijn heet en plakkerig, de nachten zwoel, zoals dat heet. Heet.
En dan zijn daar, na alle zon en exotiek, de regens. Want ja, het regent ook op Galapagos. En dat zijn dan geen buien zoals wij die gewend zijn, geen druilerige grijze, bwah-ik-wil-niet-naar-buiten regens, maar plotse stortvloeden die de hemel openrijten en het land onder water zetten. Álles heeft waterschade opgelopen op de eilanden: mijn boeken, mijn camera, mijn kleren, mijn telefoon. Want als de regen komt, dan is er geen ontsnappen aan. Geen rugzak die je spullen droog houdt, geen paraplu die zo'n tormenta aankan. Gordijnen van regen onttrekken de wereld aan het oog. Je zwemt naar huis.
Het kan mij niet schelen. Galapagos is pure schoonheid. Nat, heet, het maakt allemaal niet uit. Elke seconde is er leven zonder weerga.
After all, who needs a camera when beauty's at the tip of your fingers?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten